2018 oktober

  • Van het bestuur
  • Vooraankondiging: symposium 2019
  • Evenement: bezoek aan Museum Het Schip, Amsterdam (‘Gaudi en de Amsterdamse School’)
  • Nieuwe kunstenaarsmonografieën: Bremmer sr., Jacoba van Heemskerck en Jo de Vogel
  • Boekbespreking: Voor het voetlicht: Karst Zevenberg, architect (1893-1960)
  • Fotoimpressie bezoek Bergen op Zoom
  • Korte mededelingen
  • Fotoimpressie bezoek Tholen/Sint Annaland
  • Tentoonstellingen

Heemskerck van Beest, Jacoba van

1. Foto van Jacoba van Heemskerck omstreeks 1900.

(Den Haag 1876 - 1923 Domburg)

1. Foto van Jacoba van Heemskerck omstreeks 1900.
a. Foto van Jacoba van Heemskerck omstreeks 1900.

De expressionistische schilderes Jacoba Berendina van Heemskerck kwam uit een artistiek gezin. Haar vader, Jacob Eduard van Heemskerck van Beest (1828-1894), schilderde voornamelijk zeestukken. Tussen 1893 en 1897 kreeg Jacoba les van de schilder en tekenaar Willem Hamel (1860-1924). Van 1897 tot 1901 studeerde ze aan de Haagse Academie van Beeldende Kunsten. Vanaf 1900 volgde ze lessen bij de Larense kunstenaar en lithograaf Ferdinand Hart Nibbrig (1866-1915). In 1901 verhuisde Van Heemskerck naar Parijs. Hier werkte ze een aantal maanden in het atelier van de symbolistische portretkunstenaar Eugène Carrière (1849-1906). Tussen 1901 en 1904 woonde ze afwisselend in Parijs en Hilversum. Vanaf 1906 verbleef Van Heemskerck, deels vanwege haar gezondheid, in Domburg. Hier logeerde ze bij haar vriendin Marie Tak van Poortvliet (1871-1936). Deze kocht een stuk grond waarop de vriendinnen de villa ‘Loverendale’ lieten bouwen. Hier zouden ze vanaf 1908 elke zomer vele maanden doorbrengen. Tak liet bovendien een atelier bouwen in de tuin van het buitenhuis en kocht een kleine oven voor Jacoba, zodra zij met glas in lood begon te werken. Beide vrouwen hadden veel affiniteit met moderne schilderkunst en antroposofie. Marie verzamelde moderne kunst en bracht als publiciste het werk van haar vriendin en andere moderne kunstenaars onder de aandacht.

2. Jacoba van Heemskerck van Beest, Twee bomen, ca. 1908-1910, olieverf op doek, 70.5 x 88.2 cm, Gemeentemuseum Den Haag
b. Jacoba van Heemskerck van Beest, Twee bomen, ca. 1908-1910, olieverf op doek, 70.5 x 88.2 cm, Gemeentemuseum Den Haag
3. Jacoba van Heemskerck van Beest, Compositie nr. 6, ca. 1913, 100.5 x 120.5 cm, Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
c. Jacoba van Heemskerck van Beest, Compositie nr. 6, ca. 1913, 100.5 x 120.5 cm, Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam

In Domburg kreeg Jacoba in 1909 en 1910 les van Piet Mondriaan (1872-1944) en kreeg ze regelmatig advies van Jan Toorop (1827-1928). Het contact met beide kunstenaars droeg bij tot belangrijke veranderingen in haar werk. De invloed van Mondriaan is vanaf 1909 zichtbaar in haar werk dat dan een luministisch karakter heeft. Vanaf 1911 schilderde ze krachtiger en hoekiger, in 1912 werkte ze een tijdje kubistisch. Het jaar 1913 zorgde voor een belangrijke omslag: Jacoba nam deel aan de ‘Erste Deutsche Herbstsalon’ in Berlijn. Hierdoor ontmoette ze Herwarth Walden (1878-1941), organisator van deze tentoonstelling en leider van het tijdschrift Der Sturm en de gelijknamige kunsthandel. Via het echtpaar Walden ontwikkelde ze een groot netwerk en een grote reputatie binnen de Duitse kunstwereld. Naast Toorop en Mondriaan beïnvloedde Henri Le Fauconnier, Georges Braque, Lodewijk Schelfhout en mogelijk Paul Cézanne haar in het begin. Later raakte ze vooral onder de indruk van Wassily Kandinsky, Franz Marc en Marc Chagall.

4. Jacoba van Heemskerck van Beest, Compositie 6, no. 14, 1915 houtsnede, inkt op papier, 32.3 x 50.6 cm, Gemeentemuseum Den Haag
d. Jacoba van Heemskerck van Beest, Compositie 6, no. 14, 1915 houtsnede, inkt op papier, 32.3 x 50.6 cm, Gemeentemuseum Den Haag

Het meeste werk van Van Heemskerck behoort tot het expressionisme. Ze wilde de innerlijke wereld tot uiting brengen. Centraal stond het verbeelden van spirituele waarden uit de natuur en het leven. Hiervoor gebruikte ze theosofische en antroposofisch symbolen, zoals de driehoek. Ook andere symbolische onderwerpen kwamen aan bod: zeilschepen, bruggen en bomen zijn in heldere, levendige kleuren en met ferme contouren weergegeven. De vele elementen uit de natuur zijn in mathematische vormen weergegeven: verticale lijnen, halve cirkels en veelhoekige vlakken, die in verhouding tot elkaar het ritme van de voorstelling bepalen.

5. Jacoba van Heemskerck van Beest, Bild no. 65, 1917, olieverf op doek, 113.6 x 133 cm, Gemeentemuseum Den Haag
e. Jacoba van Heemskerck van Beest, Bild no. 65, 1917, olieverf op doek, 113.6 x 133 cm, Gemeentemuseum Den Haag

Jacoba had interesse in de werking van kleuren op het gevoel. Ze haalde hiervoor inspiratie uit de antroposofie van Rudolf Steiner (1861-1925). De schilderes gebruikte veel contrasten: felle versus doffe kleuren, lijn tegenover vlak, horizontaal tegenover verticaal. Een deel van haar werk heeft kubistische eigenschappen. Toch heeft haar werk een eigen karakter: een strakke geometrie maar open, losse en intuïtieve vormen. Het ging haar om de expressie via en lijn en vorm. De vormen zijn sterk geschematiseerd maar de contourlijnen zijn flink geaccentueerd en benadrukken juist de zelfstandigheid van de voorwerpen. Haar latere werk vertoont steeds meer eenvoud, helderheid en abstractie. Zwarte strepen verdelen hier het beeldvlak.

5. Jacoba van Heemskerck van Beest (ontwerp en grisailleschildering), Atelier J.W. Gips (uitvoerder), Deurpaneel van glas-in-lood, 166.5 x 68.5 cm, 1920, Den Haag
f. Jacoba van Heemskerck van Beest (ontwerp en grisailleschildering), Atelier J.W. Gips (uitvoerder), Deurpaneel van glas-in-lood, 166.5 x 68.5 cm, 1920, Den Haag

Tot het oeuvre van Van Heemskerck behoort voornamelijk grafiek maar ook schilderijen, tekeningen, glas-in-loodramen en glasmozaïeken. Haar mozaïeken en gekleurde ramen zijn minder bekend maar van hoge kwaliteit en vertonen duidelijk haar esthetische visie: de speling van licht en kleur roept immaterialiteit op. Tijdens haar leven stelde ze regelmatig tentoon in Nederland, in Brussel, bij de Salon des Indépendants in Parijs, Der Sturm in Berlijn en veelal in het Domburgse expositie-milieu. Als lid van het door kunstenaars opgezette ‘Tentoonstellings-Comité’ organiseerde ze hier zelf ook tentoonstellingen. De meeste van haar werken werden naar Berlijn verzonden, waar ze verkocht werden of in de verzameling van Walden bleven. In Nederland haalden twee tentoonstellingen van het Gemeentemuseum in Den Haag (in 19821 en 20052) Van Heemskerck weer wat uit de vergetelheid. Ze kwam daarnaast in 1994 en 2004 naar voren als lid van de Domburgse kunstenaarsgemeenschap in twee tentoonstellingen over deze gemeenschap.3 Haar werk is onder andere te vinden in het Haags Gemeentemuseum, het Stedelijk Museum te Amsterdam en het Museum Boijmans Van Beuningen te Rotterdam. De glas-in-loodramen bevinden zich in het depot van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Auteur: Charlotte Franzen MA

Noten
1. H. Henkels red., Jacoba van Heemskerck, 1876-1923: kunstenares van het expressionisme, tentoonstellingscatalogus Gemeentemuseum, Den Haag 1982.

2. A.H. Huussen jr. en J.F.A. van Paaschen-Louwerse, Jacoba van Heemskerck 1876-1923. Schilderes uit roeping, Zwolle 2005.

3. Ineke Spaander en Paul van der Velde (red.), Reünie op ’t Duin. Mondriaan en tijdgenoten in Zeeland, Middelburg (Zeeuws Museum)/ Zwolle 1994. Francisca van Vloten, Moen. Tussen Toorop en Mondriaan. De kunstenares Mies Elout-Drabbe 1875-1956, Vlissingen 2004.

Literatuur

  • Wichman, E., in:  Geïllustreerd Maandschrift 10 (januari 1914), 14.
  • Loosjes-Terpstra, A.B., Moderne kunst in Nederland: 1900-1914, Utrecht 1915, 176-182.
  • Huebner, F.M., Moderne Kunst in den Privatsammlungen Europas, 1: Holland (Leipzig 1921).
  • Tak van Poortvliet, M., ‘Jacoba van Heemskerck’, in:Jacoba van Heemskerck. Sturm-Bilderbuch, 7 (Berlijn 1924) 6-17.
  • Walden, N. en L. Schreyer, Der Sturm. Ein Erinnerungsbuch an Herwarth Walden und die Künstler aus dem Sturmkreis (Baden-Baden 1954).
  • Oxenaar, R., ‘Jacoba van Heemskerck 1876-1923’, Mededelingen van de Dienst voor Schone Kunsten der Gemeente ‘s-Gravenhage9 (1954) 72-79.
  • Loosjes-Terpstra, A.B., Moderne kunst in Nederland, 1900-1914 (Utrecht 1959) 176-182.
  • Borgers, G., Paul van Ostaijen. Een documentatie, dl. 1 (Den Haag 1971).
  • Spaander, I., ‘9 biografieën. Jacoba van Heemskerck’, Museumjournaal 17 (1972) 285-287.
  • Zeylmans, E, Willem Zeylmans van Emmichoven. Ein Pionier der Anthroposophie(Arlesheim 1979).
  • Henkels, H., red., Jacoba van Heemskerck, 1876-1923. Eine expressionistische Künstlerin. Tentoonstellingscatalogus Haags Gemeentemuseum (Den Haag 1982).
  • Huussen jr., A.H., Een vergeten schilder en zijn dochter: Eduard van Heemskerck van Beest (1828-1894) en zijn dochter Jacoba van Heemskerck (1876-1923); Reacties op het werk van Jacoba van Heemskerck 1924-2004 (Cahiers uit het Noorden I en II; Haren 2004).
  • Huussen jr., A.H. en J.F.A. van Paaschen-Louwerse,Jacoba van Heemskerck 1876-1923. Schilderes uit roeping (Zwolle 2005).
  • Brieven van Jacoba van Heemskerck en Marie Tak van Poortvliet aan Herwarth en Nell Walden en anderen 1911-1923, A.H. Huussen jr. ed. (Cahiers uit het Noorden X; Haren 2006).
  • Vloten, Francisca van en Joost Bakker, Een tere stilte en een sterk geluid. Domburgse dames en Veerse joffers(Deventer 2009).
  • Vloten, Francisca van e.a., Nieuw licht! Jan Toorop en de Domburgsche tentoonstellingen 1911-1921(Deventer 2011).
  • Klarenbeek, Hanna, Penseelprinsessen & broodschilderessen. Vrouwen in de beeldende kunst, 1808-1913 (Amsterdam 2012) 64, 125-126, 130.
  • Rijn, Maaike van, ‘“Ich arbeite viel und denke viel über Portraits nach”. Jacoba van Heemskerck und andere Künstlerinnen beim Sturm’, in: Andrea von Hülsen-Esch en Gerhard Finckh red, Der Sturm, Zentrum der Avantgarde, deel 2: Aufsätze (Wuppertal 2012) 343-358.
  • Der Sturm. Zentrum der Avantgarde. Catalogus Von der Heydt-Museum (Wuppertal 2012).
  • Rijn, Maaike Moniek van, Bildende Künstlerinnen im Berliner ‘Sturm’ der 1910er Jahre(Tübingen 2013) [proefschrift].
  • Spaander, Ineke en Paul van der Velde (red.), Reünie op ’t Duin. Mondriaan en tijdgenoten in Zeeland, Zeeuws Museum. (Zwolle 1994).
  • Vloten, Francisca van, Tussen Toorop en Mondriaan. De Kunstenares Mies Elout-Drabbe: 1875-1956 (Vlissingen 2004).

De Vogel, Jo

(Groningen 1872 – 1933 Haarlem)

a. Jo de Vogel, geportretteerd door Franciscus Hermanus Bach

Hoewel Groningen de enige plek is waar twee van zijn werken zijn geplaatst, zullen zelfs de meeste Groningers zelden of nooit de naam van hun stadgenoot Jo de Vogel (afb. a) als beeldhouwer zijn tegengekomen. Van deze kunstenaar zijn nauwelijks sporen overgebleven: twee werken op monumenten,  wat kleinere beeldjes en plaquettes,  en enkele in kranten afgebeelde maar (nog) niet teruggevonden sculpturen vormen tot nu toe zijn oeuvre. In de vakliteratuur komt hij niet voor; vermeldingen in kranten, tijdschriften en tentoonstellingscatalogi  zijn tot nu toe de enige, summiere, bron van informatie over zijn werk. Toch moet hij in zijn tijd een zekere reputatie genoten hebben.

Johannes Harmannus de Vogel was een zoon van de Groningse industrieel Lambertus de Vogel (1846 – 1912), fabrikant van lijsten en betimmeringen in Groningen en eigenaar van een kunsthandel. Vader Lambertus had een duidelijk beeld van de toekomst van zijn twee zonen: Philippus (1874 – 1952) zou de kunsthandel in Groningen en Leeuwarden overnemen en Jo waarschijnlijk de leiding van de fabriek van lijsten en betimmeringen. Hij richtte met ieder afzonderlijk een vennootschap op om dat streven te concretiseren. Jo bleek echter andere ideeën te hebben. Na een opleiding op de Academie Minerva in Groningen, die zich uitstrekte van 1884 tot omstreeks 1893, werd hij in 1893 toegelaten tot de Rijksschool voor Kunstnijverheid, gevestigd in het Rijksmuseum in Amsterdam. Op Minerva was hij tweemaal onderscheiden met een zilveren medaille en hij ontpopte zich duidelijk als beeldend kunstenaar met toekomst. Aan Minerva werd tot 1920 geen onderwijs gegeven in beeldhouwen; van die tijd zijn twee aquarellen van hem bekend en hij bekwaamde zich daar waarschijnlijk in de toegepaste kunsten. Bij zijn toelating aan de Rijksschool voor Kunstnijverheid werd hij vermeld als ‘modelleur’.

b. Le Chemin de la Vie

Omstreeks 1900 trok Jo de Vogel  naar het buitenland om daar zijn talenten verder te ontwikkelen.  Daarmee vervaagt voor ons het beeld van zijn activiteiten. Hij werkte in München, Rome en Parijs, de hotspots voor beeldhouwers in die dagen. Maar het is onbekend wat hij deed en voortbracht in München en Rome. In 1916 keerde hij vanuit Rome terug en vestigde zich eerst in Amsterdam en in 1921 in Haarlem, waar hij in 1933 overleed. Een artikel van Otto Knaap in het Weekblad voor Indië in 1910  werpt enig licht op zijn verblijf in Parijs. Zowel in 1909 als 1910 was Jo vertegenwoordigd op ‘Salon des Beaux Arts’ . In het Franse tijdschrift Revue des Beaux-Arts van 1 mei 1910 wordt zijn inzending (‘Le Chemin de la Vie’) beschreven als evenwichtig van compositie en blijk gevend van een krachtige inspiratie en een heftig symbolisme. Het bericht wordt overgenomen in de Nederlandse pers (Nieuws van den dag: kleine courant, 16 juni 1910) (afb. b).

c. Memento Mori, uitgevoerd in brons

Na zijn terugkeer uit Rome werd Jo lid van de Vereniging St. Lucas. Voor de tentoonstelling in 1921 in het Stedelijk Museum Amsterdam zond hij het gipsmodel van het werk ‘Memento Mori’ in, een treurende jongeling bij een sfinx. In de Wereldkroniek werd dit werk afgebeeld met als toelichting: ‘In de zeer bezienswaardige verzameling bevinden zich vele werken welke getuigen van het hoge peil onzer hedendaagse beeldende kunst. De foto geeft te zien een fraai stuk beeldhouwwerk van J.H. de Vogel, voorstellende de Sphynx als symbool van het grote onbekende, aan welks voet de denkende mens.’ Waarschijnlijk in 1921 of 1922 is van het gipsmodel een bronzen beeld gegoten. (afb. c)

d. Grafmonument Van Ketwich Verschuur

In 1923 maakte Jo de Vogel belangeloos de bronzen beeltenis van industrieel en politicus Evert Scholten voor de Scholtenbank in Groningen; naar aanleiding daarvan verschenen berichten in de pers waarbij ook enkele andere werken van zijn hand werden afgebeeld.  Het is onbekend waar deze werken gebleven zijn. In 1924 verwierf hij, na een competitie met de meer bekende beeldhouwers August Falise (1875-1936) en Pieter Schreuder (1856-1941), de opdracht om het grafmonument te ontwerpen voor de overleden burgemeester van Groningen Van Ketwich Verschuur.  Ontwerp, productie en onthulling van dit monument gingen met uitgebreide landelijke publiciteit gepaard, zoals uit diverse  dagbladen en foto’s blijkt (afb. d). Na 1925 werd het echter stil rond Jo de Vogel.

e. Beeld van Mata Hari

Naast de hier genoemde grote werken heeft Jo de Vogel ook kleinere sculpturen gemaakt. In zijn periode in Parijs heeft hij ongetwijfeld over Mata Hari gehoord, maar hij heeft zeker niet tot haar intieme kennissenkring behoord. Wel maakte hij een mooi beeld van haar (afb. e).

Hoewel Jo de Vogel slechts een enkele keer in de publiciteit is gekomen moet hij succesvol zijn geweest, want hij liet na zijn overlijden een voor die tijd aanzienlijke nalatenschap na. Hij had weliswaar van huis uit kapitaal, maar dit was er nog steeds toen hij overleed. Hij verdiende dus de kost, wat zeker niet van veel andere kunstenaars in die periode gezegd kan worden. Zijn verblijf en activiteiten in het buitenland zijn nog altijd met vragen omgeven en veel van zijn werk verdwenen, opgeborgen (?), of vernietigd (?). Hopelijk kan het beeld nog verder gecompleteerd worden.

Auteur: Jan C. Bezemer

Literatuur

  • Otto Knaap, ‘Hollanders te Parijs, I. J.H. de Vogel, beeldhouwer’, Weekblad voor Indië 1910, 340-343
  • Jan C. Bezemer, Johannes Harmannus de Vogel (1872-1933). Een beeldhouwer uit de schaduw gehaald, uitgave in eigen beheer, Arnhem 2018

Zaterdag 27 oktober: bezoek RK Sint Bavo en De Grote Vermaning, Haarlem

Op zaterdag 27 oktober brengen we een bezoek aan de recent gerestaureerde RK Sint Bavo te Haarlem van bouwmeester Jos Cuypers. Vervolgens bezoeken wij ‘De Grote Vermaning’, het kerkcomplex van de Doopsgezinde Gemeente te Haarlem, alwaar wij met name de in 1902 door architect van der Steur ontworpen ruimten zullen bekijken.

Zie voor meer informatie het augustus-nummer van  ‘Rond 1900’.

Let op: deze excursie is volgeboekt. U kunt zich niet langer aanmelden.